Veranderingen in voorlopige aanslag vennootschapsbelasting

Vanaf 1 januari 2019 is het aanslagbiljet voor de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting gewijzigd.

De rubrieken ‘Aftrek elders belast’, ‘Verrekende deelnemingsverrekening’ en ‘Verrekende belasting buitenlandse ondernemingswinst’ vervallen. In plaats daarvan komt 1 nieuwe rubriek: ‘Totaal belastingverminderingen’.

De wijziging betreft alleen voorlopige aanslagen over het boekjaar 2019 en later.

Gemeentebelastingen tot honderden euro’s hoger in 2019

De gemeentelijke woonlasten, rioolheffing en afvalstoffenheffing en onroerendezaakbelasting zullen dit jaar ‘zeer fors’ stijgen. Dat blijkt donderdag uit het jaarlijkse onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).

Het rijk verhoogt dit jaar de afvalstoffenbelasting met 139 procent. De lasten stijgen voor huurders het sterkst in Haarlem (18 procent, oftewel 59 euro) en dalen het sterkst in Assen (4,4 procent, 17 euro). De gemeentelijke woonlasten voor woningbezitters met een meerpersoonshuishouden stijgen gemiddeld met 29 euro (4,3 procent) tot 702 euro per jaar. Voor woningeigenaren in Den Haag zijn de lasten het laagst, 563 euro. In Enschede zijn ze het hoogst: 856 euro.

Afvalstoffenbelasting extra gestegen
Afvalverwerkers betalen afvalstoffenbelasting voor het vuilnis dat wordt verbrand of gestort en rekenen dat door aan gemeenten. Gemeenten maken hierdoor 3,5 tot 4,0 procent meer kosten.

Het is te verwachten dat de gemeentelijke belastingen jaarlijks omhoog gaan in verband met inflatie, maar de stijging van de afvalstoffenheffing valt op. Dat komt doordat gemeenten bezig zijn met verduurzaming.

Nog te weinig huishouden doen aan recyclen
Huishoudens moeten meer gaan recyclen en dat kost tijd. Gemeenten moeten huishoudens zover krijgen meer afval te scheiden zodat er meer wordt gerecycled en minder verbrand. Dat kost tijd en zolang moeten gemeenten de extra kosten dekken. Dit doen zij onder meer door de afvalstoffenheffing te verhogen.

Mag fiscus informatie flitspalen zelf verzamelen en gebruiken?

De Belastingdienst krijgt zelden het deksel op de neus als het tot een rechtszaak komt. Dat gebeurde vorig jaar wel toen een leaserijdster bezwaar maakte tegen een naheffing die de Belastingdienst haar had opgelegd op grond van de kentekenregistratie van flitscamera’s langs de snelweg.

De Belastingdienst had – en dit was niet algemeen bekend – toegang tot die gegevens om het privégebruik van ‘auto’s van de zaak’ te controleren. Door middel van flitspaalgegevens kon de dienst nagaan of de rittenadministratie die leaserijders overleggen klopt, dus of de auto zich op een bepaald tijdstip inderdaad bevond waar hij zich volgens de rittenadministratie had moeten bevinden.

Controle leaserijders
Leaserijders met een eigen bedrijf die minder dan 500 kilometer per jaar privé rijden in hun bedrijfsauto, mogen de autokosten aftrekken van hun winstbelasting. Het is voor de Belastingdienst moeilijk te controleren of die kilometeropgave correct is, vandaar dat de flitspaalinformatie handig van pas kwam.

Convenant fiscus en politie
De Belastingdienst sloot een convenant met de politie, waardoor de fiscus zelf direct toegang kreeg tot de kentekenregistratie van de snelwegcamera’s. De fiscus registreerde alle kentekens die de snelwegcamera’s vastlegden, legde die gegevens naast zijn lijst met zakelijke leaserijders en kwam in actie als er een ‘match’ was.

Hard oordeel Hoge Raad
Dat mag dus niet, oordeelde de Hoge Raad vorig jaar in de zaak van de vrouwelijke leaserijder. In de wet is nergens geregeld dat de fiscus op grote schaal zelf kentekengegevens mag verzamelen ten behoeve van de belastingcontrole. De Belastingdienst heeft deze gegevensverzameling na dit arrest gestaakt, maar maakt nog wel gebruik van flitspaalinformatie ten behoeve van de motorrijtuigenbelasting. Dit om te controleren of er inderdaad niet meer gereden wordt in auto’s waarvan het kenteken geschorst is. Vermoedelijk mag dit wel omdat de dienst deze informatie van de politie betrekt en niet langer zelf verzamelt

De BTW bestaat 50 jaar !

Reden voor een feestje, of is de btw een blok aan ons been? De inmiddels 97-jarige Johan Witteveen voerde als toenmalig VVD-minister van Financiën de btw in 1969 in. Het centrumrechtse kabinet-De Jong kwam toen met een nieuwe belasting: belasting over de toegevoegde waarde, de btw dus.

“Een prachtige belasting, heel noodzakelijk en belangrijk”, zegt Witteveen in gesprek met de NOS. Er waren destijds twee tarieven: een van 4 procent voor de eerste levensbehoeften en een van 12 procent voor de andere goederen.

Vroeger heel ander systeem
Voordat de btw er was, ging het er heel anders aan toe. Toen kende Nederland een zogenoemd cumulatief cascadestelsel, waarbij ondernemers eigenlijk belasting over belasting betaalden. Witteveen legt uit dat dat systeem tot ongelijkheid tussen ondernemers leidde, zeker als de belasting voor ondernemers in de toekomst zou gaan stijgen. “De oude omzetbelasting zou de structuur van het bedrijfsleven hebben scheefgetrokken”, zegt Witteveen. Bedrijven die de productie in eigen beheer hadden, waren in het cascadestelsel voor hun omzetbelasting namelijk voordeliger uit dan bedrijven die materiaal voor hun eindproduct moesten aankopen.

Oneerlijke voorbeelden
Een fietsenverkoper bijvoorbeeld die veel onderdelen aankocht, betaalde over ieder onderdeel belasting. En over de verkoop van de fiets moest hij omzetbelasting afdragen. Terwijl een concurrent die alle onderdelen zelf maakte en monteerde alleen belasting hoefde af te dragen over de fiets.

EEG-afspraken zorgde voor basis btw-stelsel
Bovendien was een nieuw systeem volgens Witteveen om nog een andere reden nodig. “Je kunt geen gemeenschappelijke markt hebben als je niet een belasting hebt die daar op inspeelt”, zegt Witteveen. De toenmalige EEG-landen spraken af om voor 1 januari 1970 over te gaan op een ander, “eerlijker” belastingstelsel. Dat werd dus het btw-stelsel dat we nog steeds kennen. Onder dit systeem betalen ondernemers alleen belasting over de zogenoemde “toegevoegde waarde”. Die wordt betaald door de consument, maar de ondernemer draagt het geld af aan de fiscus.

Afgelopen 50 jaar enorme stijging BTW
In 50 jaar tijd steeg de opbrengst van de btw volgens het CBS van 2,6 miljard euro tot ongeveer 53 miljard euro per jaar, een vertwintigvoudiging. Na de loon- en inkomstenheffing is de btw de belangrijkste inkomstenbron voor de overheid. Hoewel het btw-systeem fundamenteel niet is veranderd, zijn de tarieven door de jaren steeds hoger geworden. De btw-tarieven zijn sinds 1 januari 2019, door de verhoging van het lage tarief, hoger dan ooit.

Oud politicus Witteveen verdedigt verhoging
Oud VVD-politicus Witteveen vindt een verhoging niet per se verkeerd. “In de situatie dat de uitgaven erg hoog zijn is het nodig de inkomsten op te voeren. Dat kan zowel op de consumptie drukkend of op het inkomen drukkend.” Een hogere belasting op consumptie is volgens Witteveen beter, “want dat ontmoedigt het werken, de inspanning en de vindingrijkheid niet”.