De vennootschapsbelasting kan nóg lager

Het VK wil met „de laagste vennootschapsbelasting” ook na de Brexit buitenlandse bedrijven trekken. Maar bij vestigingskeuze is die heffing alleen niet doorslaggevend. Het Verenigd Koninkrijk staat er – net als Nederland – om bekend scherp aan de wind te zeilen op belastingvlak. En premier Theresa May liet onlangs blijken geen millimeter te zullen wijken van die koers: „Wat voor bedrijf u ook heeft, investeren in Groot-Brittannië na de Brexit geeft u de laagste vennootschapsbelasting in de G20.”

VK wil koppositie winstbelasting behouden
Sinds het Verenigd Koninkrijk de winstbelasting voor bedrijven vorig jaar verlaagde naar 19 procent, heeft het al de laagste winstbelasting van de G20: de club van de negentien belangrijkste industrielanden ter wereld en de Europese Unie. May liet blijken die ‘koppositie’ nooit uit handen te willen geven.

Ook Nederland ziet kracht van laag tarief in
Ze vindt het tarief van de winstbelasting belangrijk om de economie competitief te houden. Daarin staat ze niet alleen. Afgelopen woensdag nog zei Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, tegen NRC dat het „om je vestigingsklimaat te verbeteren logischer is om de vennootschapsbelasting te verlagen” dan de dividendbelasting af te schaffen. Het kabinet is overigens van plan om per 2021  de vennootschapsbelasting te verlagen van 25 naar 22,25 procent.

Hoe belangrijk is de hoogte van de vennootschapsbelasting voor het aantrekken van investeringen?
„Het is een van de eerste zaken waar ondernemingen op letten”, zegt Raymond Luja, hoogleraar rechtsvergelijkend belastingrecht in Maastricht. Volgens hem speelt de vennootschapsbelasting met name een rol bij de „voorselectie” door buitenlandse bedrijven die investeringen over de grens overwegen. Mede op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting stellen ze een shortlist van landen samen. Vervolgens maken ze op basis van meer criteria een definitieve keuze: naast de fiscale omstandigheden gaat het dan bijvoorbeeld om infrastructuur en arbeidsmarkt.

De winstbelasting voor bedrijven blijft daarmee op het internationale economische toneel een grote rol van betekenis spelen.

Bron: Actuele Artikelen

Papieren aandeelhoudersregister vaak niet op orde

De aandeelhoudersregistratie van bedrijven is vaak niet actueel, onvolledig, onjuist of zelfs kwijt. Dit blijkt uit een peiling van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Van de 708 deelnemende (kandidaat-)notarissen geeft 34 procent aan dat dit ‘regelmatig’ het geval is. Nog eens 35 procent zegt ‘vaak’ en 16 procent zelfs ‘heel vaak’.

CAHR?
De Tweede Kamer is begonnen aan de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel voor een centraal aandeelhouders­register (CAHR). Het CAHR geeft inzicht in wie schuil gaan achter bv’s en niet-beursgenoteerde nv’s en levert hierdoor een waardevolle bijdrage aan voorkoming en bestrijding van financieel-economische criminaliteit door middel van rechtspersonen. Het CAHR dient mede de rechtszekerheid, omdat er – zoals uit de peiling blijkt – geregeld iets mis is met de aandeelhoudersregistratie van vennootschappen. Het CAHR heeft een belangrijke toegevoegde waarde ten opzichte van het UBO-register. Dit register wordt gedeeltelijk openbaar. Veel bedrijven – met name familiebedrijven – maken zich zorgen over deze openbaarheid.

Lobby
Voor de lobby heeft de KNB de leden een paar vragen gesteld. Hoe vaak herstructureren cliënten – met het UBO-register in zicht – hun bedrijf om registratie in dat register te voorkomen? En hoe vaak is er iets mis met het huidige aandeelhoudersregister, het zogenoemde klappertje? 22 procent van de beroepsgroep nam deel aan de peiling. 62 procent van de ondervraagden maakt ‘soms’ tot ‘heel vaak’ mee dat cliënten herstructurering overwegen, in gang zetten of hierover advies vragen om registratie in het UBO-register te voorkomen. De KNB denkt dat dit toeneemt als het UBO-register wordt ingevoerd en zal daarom in een later stadium opnieuw peilen.

Bron: Actuele Artikelen

Compensatieregeling ondernemende moeders

In vijf maanden tijd hebben 16.394 zzp’ers die tussen 2005 en 2008 zijn bevallen, een compensatie aangevraagd, blijkt uit cijfers van uitkeringsinstantie UWV. Het aantal verzoeken ligt met 18.695 een stuk hoger omdat de moeders per bevalling recht hebben op een vergoeding.

Geen uitkering in die periode
Over die periode gaf het UWV vrouwelijke zelfstandigen geen zwangerschaps- en bevallingsuitkering omdat een wettelijke regeling daarvoor ontbrak. De Waz, de Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen, werd in 2004 opgeheven waardoor vrouwelijke ondernemers die zwanger werden er geen aanspraak meer op konden maken.

Nieuwe regeling uit 2008
In 2008 kwam er een nieuwe regeling. Na jarenlang procederen besloot toenmalig minister Asscher vorig jaar dat de groep vrouwen die misgreep, alsnog een uitkering kan aanvragen. De zelfstandigen met een gemiste compensatie hadden tot eind september de mogelijkheid om de financiële tegemoetkoming aan te vragen. Per bevalling kunnen de ondernemers 5600 euro aan compensatie ontvangen.

Uitbetaling in januari 2019
Het geldbedrag zal in januari 2019 worden uitgekeerd. Hoeveel aanvragen worden toegekend, is nog niet duidelijk. Het UWV geeft zichzelf tot 1 april 2019 om alle aanvragen te beoordelen.

Bron: Actuele Artikelen

Regeling belastingrente Belastingplan 2019

De belastingrente regeling houdt in, dat belastingplichtigen bij tijdig en correcte aangifte geen rente hoeven te betalen als er een bijbetaling moet plaatsvinden. De aanslag kan dan namelijk op tijd worden opgelegd. Wordt de aangifte niet op tijd ingediend dan volgt een aanslag met rente waarbij de hoogte per belastingmiddel kan verschillen. De rente wordt in rekening gebracht vanaf de dag dat de aangifte ingediend had moeten zijn tot 6 weken na dagtekening van de aanslag, ongeacht wanneer de aanslag binnen deze 6 weken wordt voldaan.

Rente als sanctie
De rente is dus te zien als een sanctie voor te laat aangifte doen dan wel geen voorlopige aanslag aan te vragen.  In het Belastingplan 2019 wil de Staatssecretaris de belastingrente voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en de erfbelasting aanpassen.

Wat zal er aangepast worden? 

Inkomstenbelasting:
er zal geen belastingrente in rekening worden gebracht indien de aangifte wordt ingediend voor
1 mei van het jaar volgend op het jaar waarover aangifte moet worden gedaan en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld

Erfbelasting:
Het kan voorkomen dat belastingrente in rekening wordt gebracht ondanks dat de aangifte tijdig wordt ingediend en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. Voorstel zal daarom worden dat als tijdig een verzoekt om een voorlopige aanslag wordt ingediend of tijdig aangifte erfbelasting wordt gedaan, geen belastingrente in rekening wordt gebracht indien de (voorlopige) aanslag wordt vastgesteld overeenkomstig het ingediende verzoek of de ingediende aangifte.

Vennootschapsbelasting
Ook wil hij voor de vennootschapsbelasting bewerkstelligen dat indien een aangifte wordt ingediend voor 1 juni en de aanslag overeenkomstig de aangifte wordt vastgesteld, geen belastingrente wordt gerekend

Onder voorbehoud …
Dit alles uiteraard als een en ander voor de belastingdienst uitvoerbaar blijkt te zijn. Gezien de uitvoeringsproblemen zal het niet mogelijk zijn de rente die doorloopt tot en met 6 weken na dagtekening te laten stoppen op moment dat binnen die 6 weken de aanslag is voldaan.
Voor wat betreft de hoogte van de in rekening te brengen rente geldt ( en dat zal ook zo blijven) de wettelijke rente voor (niet-)handelstransacties met een ondergrens van 4 en 8% afhankelijk van de belastingsoort.

Bron: Actuele Artikelen